Relatief Absoluut

Wat is - UI - Cellen en werkbladen - Gegevens invoeren - Celopmaak - Automatisch aanvullen - Samenvoegen - Formules- Relatief - BTW

Wat zijn celverwijzingen?

Een celverwijzing gebruik je om te verwijzen naar de inhoud van een specifieke cel.
Hierdoor kun je berekeningen maken zonder handmatig de getallen in te voeren.

Voorbeeld:

• Als je in cel A1 het getal 5 typt en in cel B1 het getal 10, kun je in cel C1 een berekening maken:
  Typ =A1+B1. Het resultaat wordt 15.

Dit is handig omdat als je de waarde in A1 of B1 verandert, past Excel automatisch de berekening in C1 aan.

Basisberekeningen in Excel

Met Excel kun je simpele wiskundige bewerkingen uitvoeren door gebruik te maken van formules.

Hoe maak je nu zo een formule?

1. Klik op een cel waar je het resultaat wilt zien.

2. Typ een = teken. Hiermee geef je Excel aan dat je een berekening wilt uitvoeren.

3. Typ de berekening of klik op de cellen die je wilt gebruiken.

Voorbeelden van berekeningen:

• Optellen: =A1+B1 Vb:20+1

• Aftrekken: =A1-B1 Vb:20-1

• Vermenigvuldigen: =A1*B1 Vb:20*1

• Delen: =A1/B1 Vb:20/1

De formulebalk

De formulebalk is een belangrijk hulpmiddel in Excel waarmee je formules kunt invoeren, bekijken en bewerken.
Het is ook de plek waar je gemakkelijk toegang hebt tot een uitgebreide lijst met functies zodat je ze niet altijd zelf moet onthouden.

• De formulebalk bevindt zich boven je werkblad, net onder de menubalk.

• Hier zie je de inhoud van de geselecteerde cel, of dat nu tekst, een getal, een formule of een functie is.

Werken met vooraf ingestelde formules (Functies)

Excel bevat een groot aantal ingebouwde functies waarmee je snel berekeningen kunt maken.

Hoe gebruik je nu zo een functie?

1. Klik op een cel waar je het resultaat wilt zien.

2. Typ een = teken, gevolgd door de functienaam (bijvoorbeeld =SOM).

3. Open een haakje (, selecteer de cellen die je wilt gebruiken, en sluit de haakjes ).

Veelgebruikte functies:

1. SOM: Tel meerdere cellen bij elkaar op.
   Voorbeeld: =SOM(A1:A5) telt de waarden van cel A1 tot en met A5 op.

2. GEMIDDELDE: Bereken het gemiddelde van een reeks getallen.
   Voorbeeld: =GEMIDDELDE(A1:A5) geeft het gemiddelde van de waarden in cel A1 tot en met A5.

3. MIN en MAX: Vind het kleinste of grootste getal in een reeks.
   Voorbeeld: =MIN(A1:A5) of =MAX(A1:A5).

4. ALS: Controleer een voorwaarde en geef verschillende resultaten afhankelijk van het antwoord.
   Voorbeeld: =ALS(A1>10; "Ja"; "Nee") controleert of A1 groter is dan 10. Als dat waar is, verschijnt "Ja", anders "Nee".

De lijst met functies 

Naast de formulebalk staat een klein symbool: Fx. Dit is de functieknop waarmee je snel toegang krijgt tot alle beschikbare functies in Excel.

Hoe gebruik je de lijst met functies?

1. Selecteer de cel waar je de functie wilt gebruiken.

2. Klik op de Fx-knop naast de formulebalk.

3. Er verschijnt een venster met de naam Functie invoegen.

4. Kies een functie uit de lijst of gebruik de zoekbalk om een specifieke functie te vinden.

Categorieën van functies:

• Veelgebruikte functies: Zoals SOM, GEMIDDELDE, en ALS.

• Wiskunde en Trigonometrie: Voor geavanceerde berekeningen.

• Datum en Tijd: Zoals VANDAAG() om de huidige datum weer te geven.

• Tekst: Zoals TEKST.SAMENVOEGEN om teksten samen te voegen.

• Logisch: Zoals EN of OF om voorwaarden te controleren.