Basisprincipes - Framerate

Wat gaan we leren vandaag? 

• Je leert welke 5 soorten animatie er zijn.

• Je leert bij elke soort een voorbeeld herkennen.

• Je leert bij elke soort een beetje over hoe het werkt.

Animatie betekent: plaatjes of dingen laten bewegen of tot leven laten komen.
Dat kan op heel veel manieren. Sommige manieren zijn moeilijk en duur.
Andere manieren kan jij ook proberen, zoals stop-motion.

We bekijken vandaag 5 soorten animatie. We letten op:

• hoe je de animatie maakt

• wat je nodig hebt

• of jij het zelf makkelijk kan doen

Er zijn vier grote soorten animatie. 

01 - 3D-animatie

3D-animatie zie je vaak in films, series en games. Denk aan films van Pixar of digitale personages in actiefilms. Je werkt met een digitale pop, een rig, die je in verschillende houdingen zet..

3D-animatie is technisch moeilijk. Vaak werken er veel mensen samen op verschillende delen van deze film:

• Modelleren: het maken van het 3D-model van het personage.

• Riggen: het bouwen van botten en controlepunten.

• Animeren: het personage laten bewegen.

• Texturen: het geven van kleur en details.

• Licht instellen: het kiezen van licht en schaduw.

• Compositie: alles goed samenvoegen in het beeld.

Dus 3d animatie:

• Wordt gemaakt met de computer.

• kan eruitzien alsof het echt is.

• Je ziet het vaak in films, zoals bij Pixar of computerspellen.

03 - 2D-popanimatie

In plaats van alles te tekenen, maak je een 2D-poppetje met botjes in zoals bij 3D.
Je beweegt dat poppetje met je computer. Het ziet eruit als handgetekend, maar is sneller en makkelijker om mee te werken.

Dus Popanimatie:

• digitale poppen met botten, sneller dan handgetekend

04 - Stop-motion

Stop-motion is animatie met echte spullen die je beweegt en telkens een foto van neemt.

a. Poppenanimatie
Je maakt een kleine pop en verplaatst hem stap voor stap op een mini-podium. Elke keer neem je een foto. Als je alle foto’s achter elkaar afspeelt, lijkt het alsof de pop beweegt.

b. Knipanimatie (papieren figuren)
Je maakt figuren uit papier. De delen (zoals armen) kunnen bewegen of je verwisselt ze. Je neemt weer telkens een foto na elke kleine beweging.

c. Pixelatie
Hier gebruik je echte mensen als poppen! De persoon blijft even stilstaan, je maakt een foto, dan verandert die persoon van houding. Ook objecten worden telkens verplaatst. Zo ontstaat beweging.

Let op: Bij stop-motion werk je van begin tot eind zonder fouten. Eén fout betekent vaak opnieuw beginnen. Maar het is heel duidelijk en leuk om als beginner mee te starten.

Dus Stop motion:

• Poppen: echte figuren verplaatsen op een podium

• Papier: figuren uit papier maken en bewegen

• Pixelatie: echte mensen gebruiken als animatiefiguren