Netwerk
Micro:bit
Netwerk - Berichten - Signalisering
Terugblik op vorige les
Je hebt gezien hoe de Micro:bit-bewegingssensoren beweging kan detecteren, en hoe je deze gegevens kunt verwerken in je code. Door de accelerometersensor te koppelen aan software met behulp van de schud-blok heb je je afbeelding recht kunnen houden hoe je de Micro:bit ook draait.
Een netwerk is een groep apparaten die met elkaar verbonden zijn om informatie uit te wisselen. Dit kan met kabels (bekabelde netwerken) of zonder kabels (draadloze netwerken).
Computers, smartphones en andere apparaten communiceren via netwerken om gegevens te delen, internettoegang te krijgen en samen te werken.
Draadloze netwerken maken gebruik van radiogolven om gegevens te verzenden en ontvangen.
Radiogolven zijn onzichtbare elektromagnetische golven die met de snelheid van het licht reizen.
Voorbeelden van draadloze communicatie zijn:
Wifi: Voor internetverbinding in huis, op school of op kantoor.
Bluetooth: Voor verbinding tussen apparaten zoals koptelefoons, speakers en smartwatches.
Mobiele netwerken (3G, 4G, 5G): Voor communicatie via mobiele telefoons.
Door een eenvoudig radiosysteem te bouwen met Microbits leer je hoe netwerken en draadloze communicatie werken.
Dit helpt bij het begrijpen van internetverbindingen, wifi-signalen en de rol van protocollen in digitale communicatie.
Radiogolven hebben verschillende golflengtes, die bepalen hoe ze zich gedragen.
Korte golflengtes: Hebben minder bereik maar kunnen meer data verzenden.
Lange golflengtes: Kunnen verder reizen maar hebben meer energie nodig.
De BBC Microbit maakt gebruik van radiogolven van ongeveer 12 cm lang, vergelijkbaar met wifi en Bluetooth.
Deze golflengtes zijn geschikt voor communicatie op korte afstand en gebruiken weinig energie, wat handig is voor apparaten op batterijen.
Radiogolven kunnen gehinderd worden door obstakels zoals muren en metalen objecten. Hoe dikker en dichter het materiaal, hoe zwakker het signaal. Dit verklaart waarom wifi-signalen soms slechter zijn in kamers ver weg van de router.
Je kunt het zendvermogen van een signaal instellen om de reikwijdte te bepalen. Met een lage zendkracht moet je dichter bij de bron zijn om het signaal te ontvangen, terwijl een hogere zendkracht zorgt voor een groter bereik.
Om apparaten te laten communiceren, moeten ze dezelfde regels volgen.
Dit noemen we een protocol.
Een protocol is dus een set afspraken en regels die ervoor zorgen dat computers, programma’s en netwerken op een juiste manier met elkaar communiceren. Zonder protocollen zouden apparaten elkaar niet begrijpen.
Voor draadloze netwerken gebruiken we protocollen zoals:
Wifi-protocol: Voor internettoegang.
Bluetooth-protocol: Voor verbindingen tussen apparaten.
Microbit radiogroep: Een eenvoudige manier om berichten te verzenden en ontvangen.
In een Microbit-netwerk worden apparaten gegroepeerd op basis van een nummer. Apparaten in dezelfde groep kunnen met elkaar communiceren, terwijl andere apparaten de berichten niet ontvangen. Dit lijkt op hoe netwerken in de echte wereld werken met unieke adressen.