Basisprincipes
Fotografie
Basisprincipes - Kies je product
In deze les ontdek je wat een foto aantrekkelijk maakt en leer je de belangrijkste ontwerpprincipes die je kan toepassen in fotografie.
We overlopen acht kernprincipes:
Contrast draait om verschillen binnen een beeld.
Een foto met veel contrast heeft opvallende verschillen (bijvoorbeeld licht vs. donker), terwijl een foto met weinig contrast zachter oogt.
Voorbeelden van contrast:
Textuur: een glad oppervlak naast iets ruws of pluizigs.
Kleur: complementaire kleuren zoals blauw en oranje geven sterk visueel contrast.
Vorm of formaat: een klein object naast een groot object trekt de aandacht.
Contrast verwijst dus naar het verschil tussen lichte en donkere delen in een afbeelding. Het helpt om aandacht te trekken, diepte te creëren en vormen duidelijker te maken.
Deze afbeelding heeft laag contrast. Waarom?
De achtergrond en de objecten (de blikjes) hebben gelijkaardige zachte kleuren (pastelroze en beige).
Er is weinig verschil in licht/donker, waardoor de blikjes wat wegvallen in de achtergrond.
Dit geeft een rustige, minimalistische sfeer, maar kan ook saai of vlak overkomen.
Toepassing: Laag contrast wordt vaak gebruikt in mode, kunst of design om een zachte en elegante uitstraling te creëren.
Deze afbeelding heeft hoog contrast. Waarom?
De felle gele tennisballen steken sterk af tegen de donkere hand en het blauw-witte raster.
Er is veel verschil in kleur en helderheid – je ogen worden meteen naar de tennisballen getrokken.
Het geheel voelt energieker en dynamischer aan.
Zelfstudie: Zoek twee voorwerpen in huis met sterk verschillende texturen. Fotografeer ze samen en let op het contrast.
Balans gaat over de visuele ‘zwaarte’ van elementen in een foto. Het oog houdt van evenwicht, maar dat hoeft niet altijd symmetrisch te zijn.
Symmetrische balans: objecten zijn gelijk verdeeld, dit oogt gepland en ordelijk.
Asymmetrische balans: objecten zijn ongelijk verdeeld, dit oogt losser en creatiever.
Bij asymmetrische balans zijn de elementen ongelijk verdeeld, maar voelt het geheel toch in balans.
Je balanceert zwaardere vormen met lichtere vormen, of grote objecten met meerdere kleinere.
Voorbeeld: deze afbeelding met de drie flesjes
De drie flesjes zijn niet perfect gecentreerd of symmetrisch geplaatst.
Toch voelt de compositie evenwichtig aan, doordat de afstand, schaduwen en richting visueel een mooie balans creëren.
De lege ruimte versterkt het gevoel van rust en focus.
Hoewel de objecten niet precies gespiegeld zijn, is er een visueel evenwicht dat de indruk van symmetrie geeft:
Centraal gewicht: De wijnfles staat net iets links van het midden, maar wordt optisch in balans gehouden door het glas rechts.
Visueel paar: De twee wijnglazen (links en recht) zorgen voor een mooie verdeling. Ze zijn niet exact hetzelfde, maar ze "wegen" visueel ongeveer evenveel.
Ondersteunende elementen: De houten potjes aan de rechterkant creëren een gevoel van evenwicht. Het is alsof je het beeld in tweeën kan delen en beide kanten voelen "kloppend" aan.
Denkvraag: Welke balans past bij jouw ? Orde of speelsheid?
Witruimte is de lege ruimte in je foto. Het zorgt ervoor dat je beeld rustig en overzichtelijk blijft.
Te veel elementen = visuele chaos.
Genoeg witruimte = het oog heeft ruimte om te ‘rusten’.
Wat zie je? Eén voorwerp, met véél lege achtergrond.
Waarom goed? Je ogen focussen meteen op het ijs. Er is niks dat je afleidt.
Wat zie je? Veel elementen, maar... elk voorwerp heeft nog z’n eigen plekje.
Waarom goed? Ondanks de drukte is er structuur. De achtergrond is rustig (zwarte doek), en de voorwerpen zijn niet op elkaar gepropt.
Wat zie je? Simpele kleuren, duidelijke compositie, veel witruimte.
Waarom goed? De flessen krijgen ruimte. Er is balans en rust.
Tip: Zelfs in drukke settings is het slim om één zone visueel vrij te laten.
Nadruk betekent de focus leggen op één belangrijk element. In fotografie is dit meestal… je onderwerp! Maar niet altijd – soms wil je sfeer of context benadrukken.
Richtlijn: Laat je foto eerst het belangrijkste element tonen, dan pas de rest.
Het onderwerp staat in het midden
Je ogen gaan meteen naar de producten
Kleurcontrast helpt
De witte, blauwe en groene verpakkingen vallen op tegen de pastelachtergrond.
De hand trekt je blik
Onze ogen volgen automatisch beweging.
De hand wijst (bijna letterlijk) naar het belangrijkste product extra nadruk!
De props (fruit en bloemen) ondersteunen het verhaal
Ze zijn kleiner en subtieler, maar helpen om sfeer toe te voegen zonder af te leiden.
Als je een foto maakt voor iets wat je wil tonen – denk aan een product, outfit, kunstwerk, of zelfs jezelf – dan is het slim om:
één duidelijk hoofdpunt te kiezen
de omgeving simpel te houden
contrast, kleur en richting te gebruiken om dat punt extra op te laten vallen
Oftewel: denk na over wat mensen eerst moeten zien en help hun ogen een handje.
Je foto is statisch, maar je kan toch visuele beweging creëren. Het oog volgt vaak:
Lijnen (bijv. een bestek dat naar het bord wijst)
Licht en schaduw
De richting waarin objecten wijzen
Test: Waar kijkt jouw oog het eerst naar in je foto? En waar daarna?
Proportie verwijst naar hoe groot of klein objecten zijn ten opzichte van elkaar.
Grote objecten trekken sneller de aandacht
Kleine elementen kunnen subtieler ondersteunen
Zelfstudie: Fotografeer een product met iets kleins ernaast (zoals een bloem of accessoire). Wat doet dat met je compositie?
Repetitie is het herhalen van elementen om een visueel patroon of eenheid te creëren.
Je kan herhalen met:
Kleuren
Vormen
Thema’s (bv. houten props of natuurlijke materialen)
Kleuren zijn krachtig. Ze kunnen sfeer, emotie of zelfs merkwaarden uitstralen.
Rood = energie, passie
Blauw = rust, vertrouwen
Groen = natuur, frisheid
Hier gaan we momenteel niet verder op uitbreiden omdat dit een heel aparte lessenreeks zou zijn.
Deze 8 principes vormen de bouwstenen van een aantrekkelijke pfoto. Je hoeft ze niet allemaal tegelijk te gebruiken, maar het is goed om ze bewust in te zetten of juist bewust te doorbreken.
Zoek een 3 productfoto's online en beantwoord per foto in een word document:
Wat valt het meeste op?
Hoe is het contrast?
Is er voldoende witruimte?
Welke principes herken je?
Denk even na:
Waarom scrol je soms wéér terug naar een TikTok, een Insta-post of een YouTube-thumbnail?
Juist: het ziet er goed uit. Het klopt gewoon. Dat heeft alles te maken met contrast en balans.
Als je weet hoe balans en contrast werken, trek je meer aandacht, zelfs met simpele dingen zoals waar je iets plaatst of welke kleuren je gebruikt.
Zelfs games en apps gebruiken dit
Kijk maar naar menuschermen, thumbnails, en posters van je favoriete game. Dat is geen toeval, dat is balans.
En zo weet je weer een beetje meer.